Reizen is tegenwoordig in het hoofd van velen zo’n beetje de hoogste vorm van leven. Luchtvaartmaatschappijen haken gretig in op de reis trend die het westen in zijn greep heeft. Het zijn in hun spots geen platte vervoersbedrijven meer, maar organisaties die toegang geven tot zeer waardevolle, vaak spirituele ervaringen.


Wist je dat reizen vroeger betekende dat je je met een vervoersmiddel of te voet van de ene naar de andere plaats begaf? Het was een noodzakelijk kwaad. De tegenwoordige betekenis is zoiets als oeverloos door de wereld trekken, onderwijl het ene na het andere piekmoment ervarend. Laatst viel in een trein tussen Amsterdam en Utrecht de volgende conversatie te horen. “Ik ga een jaar reizen. Over twee maanden vertrek ik.” “Oh, wat heerlijk kind. Welke landen ga je bezoeken?” “Eerst Zuidoost Azië en Australië en aan het eind ga ik twee maanden in India in een klooster mediteren.” “Geweldig, ik ben vreselijk jaloers, maar ik gun het je zo.”
Reizen wordt tegenwoordig bijna gezien als een garantie voor opwinding en geluk. Het geeft zin aan het leven, is avontuurlijk, romantisch en wat al niet meer. De werkelijkheid is helaas dat ook in verre buitenlanden de wet op behoud van ellende zich onverbiddelijk doet gelden. Reizen volgens de moderne definitie is in werkelijkheid even goed een aaneenschakeling van ontberingen, lichamelijke ongemakken en tegenslagen dan van piekmomenten. Alleen is het achteraf verleidelijk om het ongerief weg te retoucheren. Ook de luchtvaartsector houdt in zijn reclame-uitingen die negatieve kant van het reizen angstvallig buiten beeld. Reizen is geweldig en daarmee uit.
Twee spots van luchtvaartmaartschappijen. De eerste is van KLM. Je ziet een klein, stroblond meisje uit een hoogopgeleid gezin. Ze loopt op een Balinees strand. Ze pakt een aangespoelde, uitgedroogde zeester en houdt die tegen haar gezicht. Dan loopt ze naar de vloedlijn en laat haar enkels omspoelen door zeewater. Ondertussen luistert ze aan een schelp. Haar moeder zit op de achtergrond.
Er babbelt een stem die vertelt dat reizen met KLM zo’n aangename ervaring is. Uiteindelijk verschijnt het magische woord in beeld: inspiratie. Het meisje doet blijkbaar ervaringen op die haar voor de rest van haar leven zullen inspireren. Leve de KLM. Overigens lijkt het strand verrassend veel op een Noordzeestrand. Daar had dat meisje die ervaringen natuurlijk ook prima kunnen opdoen. Dan had ze niet 18 uur in een volgepropt vliegtuig naar Bali hoeven zitten
Garuda Indonesia heeft een ander toverwoord. Op een vlucht naar Bali krijgen slapende passagiers een briefje op hun deken waarop staat te lezen: have a fascinating journey. Niet gewoon een aangename, plezierige of goede reis, nee een fascinerende reis. De waarschijnlijk islamitische stewardess maakt een hindoeïstische buiging, met de handen rechtop tegen elkaar aan. Dat is namelijk ‘fascinerender’ dan een stewardess met een gebatikt hoofddoekje.
Laat je niet om de tuin leiden door dergelijke onzin. Vliegen is gewoon met heel veel mensen zeer langdurig in een soort zwevende bioscoop zitten. Veel mensen vinden dat zeer onaangenaam. Verder leert de ervaring dat geen enkele reis een garantie is voor inspiratie of fascinatie. Die psychische effecten worden meer bepaald door de antennes van de individuele mens. Er zijn mensen die al gefascineerd en geïnspireerd raken tijdens een tramritje door Rotterdam. Weer andere mensen kunnen aan de voet van de grote pyramide niet meer uitbrengen dan dat hij toch hoger is dan verwacht.

Conclusie

Laat je niet gek maken door KLM of Garuda. Vliegen is in het gunstigste geval wel te harden en in het buitenland verkeren is niet per definitie inspirerend of fascinerend. Zeker niet als je darmklachten hebt of bestolen bent.

Zwartkijker.