Wat is diafragma?

Diafragma, wat is het? Waar kun je het vinden? En wat is het verband tussen diafragma en scherptediepte, ik bedoel foto’s met onscherpere achtergronden.

In dit artikel bespreek ik de volgende onderdelen van het diafragma:

Even een opmerking vooraf (voor beginners) over het begrip ‘objectief’. In de volksmond wordt vaak gesproken over lenzen. Het ‘objectief’ is de juiste term en die term zul je nog wel vaker tegenkomen. Dus wie over lens spreekt, bedoelt vaak objectief.

Diafragma en belichting

Het diafragma bevindt zich dus in je objectief en niet in je body (camera). Samen met de begrippen sluitertijd en ISO-waarde bepaalt het diafragma de belichting van je foto. Als het om de belichting gaat dan is het de taak van de fotograaf om met deze drie begrippen (samen ook wel de belichtingsdriekhoek genoemd) te regelen dat er niet te veel licht op de sensor valt (je wil geen overbelichte foto), ook niet te weinig (je wil ook geen onderbelichte foto) maar precies genoeg. Op die manier wordt de foto goed belicht. Zo is de term belichting voor sommigen hopelijk ook duidelijk en geen vaag begrip meer.

Groot diafragma, minder scherptediepte

In de afbeelding hieronder zie je verschillende diafragma-openingen. Het meest linkse diafragma heeft een heel grote opening (het zwarte vlak is de opening). Het is een voorbeeld van een groot diafragma.

Het diafragma wordt altijd aangeduid met een bepaald getal (de diafragmawaarde) en met de letter F ervoor. Het meest linkse diagragma in de afbeelding heeft de diafragmawaarde F/2.8. Met een groot diafragma (grote lichtopening in je objectief), kan veel licht de sensor van je camera bereiken.

In je objectief kan het diafragma groter of kleiner worden gemaakt door middel van lamellen. Denk aan luxaflex, je kunt meer of minder licht doorlaten. De lamellen kunnen dus meer open worden gezet of juist meer dicht worden geknepen om de grootte van het diafragma (de opening waardoor het licht kan) te bepalen.

Let op, een groot diafragma wordt aangeduid met een klein getal. Raar maar waar.

Een groot diafragma zorgt voor minder scherptediepte in je foto.

Wat betekent het begrip scherptediepte?

De scherptediepte is het deel van je foto dat wij als scherp zien.

Scherptediepte kan ik als volgt uitleggen. Als je een foto maakt, dan stel je altijd scherp op een bepaalde afstand van je onderwerp. Alles wat zich op die afstand bevindt, zal het scherpste deel worden in je foto. Dus als je onderwerp precies 2 meter van je camera vandaan is, dan stel je scherp op precies 2 meter afstand. Fotografeer je een mens of een dier, dan stel je heel vaak scherp op het oog. Het oog (en alles wat zich op dezelfde afstand van in dit geval 2 meter bevindt) wordt dan het scherpste deel in je foto.

Als je op de automatische stand fotografeert, dan ben je je hier niet van bewust. Je camera stelt wel scherp op een bepaalde afstand, maar je hebt hier zelf geen grip op. Dit is dan ook één van de redenen waarom je niet op de automatische stand wil fotograferen. Je wil als fotograaf zelf bepalen wat het scherpste deel wordt in je foto.

Wordt nu alléén maar het oog dat zich op 2 meter afstand bevindt (en waarop is scherpgesteld) scherp in je foto en de rest onscherp? Nee. De scherptediepte in een foto omvat niet alleen het punt waarop is scherpgesteld maar ook nog een gedeelte dat zich vóór het daadwerkelijke scherpstelpunt bevindt en een gedeelte dat zich áchter het daadwerkelijke scherpstelpunt bevindt. Dit gebied noemen we samen de scherptediepte van een foto, het is gewoon het gedeelte van een foto dat wij als scherp zien. Alles wat buiten de scherptediepte in een bepaalde foto valt, zien wij als onscherp(er).

Ik kan me voorstellen dat dit erg abstract klinkt, met wat foto’s wordt het veel visueler en beter te begrijpen.

Je ziet hier 3 moderne katten die in de diepte staan opgesteld. De linkse staat het dichtst bij de camera, gevolgd door de middelste en de rechtse staat het verste van de camera. De foto is met een groot diafragma genomen (F/2.8). Ik heb scherpgesteld op de linker kat. Die is daarom het scherpste, de middelste kat is al vrij onscherp en de rechter kat nog onscherper. Deze foto heeft weinig scherptediepte. Het verloop van het scherpe deel in de foto naar de onscherpe delen is snel.

Per foto kan de scherptediepte verschillen. Met weinig scherptediepte kun je echt de nadruk leggen op het deel dat scherp is. De kijker wordt automatisch gestuurd naar het scherpe deel in je foto, dat trekt namelijk de aandacht en niet de achtergrond van je foto.

Klein diafragma, meer scherptediepte

Een klein diafragma zorgt voor meer scherptediepte in je foto.

In deze foto heb ik alleen het diafragma gewijzigd van F/2.8 (groot diafragma) naar F/16 (klein diafragma). Ik heb weer scherpgesteld op de linker kat. Die is daarom het scherpste. De middelste en de rechter kat zijn duidelijk scherper dan in de vorige foto! Deze foto heeft meer scherptediepte, we zien een groter gedeelte van de foto scherp en het verloop van het scherpe deel in de foto naar de onscherpe delen is geleidelijker dan in de eerdere foto van de katten.

Je weet nu dat het diafragma dus een belangrijke factor is om de scherptediepte van een foto te beïnvloeden (overigens niet de enige). Als fotograaf kun je het diafragma gebruiken om te spelen met scherpte en onscherpte in je foto’s.

Klein diafragma, langere sluitertijd

Door een kleine diagragma-opening (een klein gat dus) kan weinig licht de sensor in je camera bereiken. Dat betekent dat je met een kleiner diafragma, een langere sluitertijd zal moeten gebruiken. De sensor in de camera zal namelijk genoeg licht moeten ontvangen om een goed belichte foto te maken (je wil geen onderbelichte foto). En dat kost meer tijd omdat er door een kleine diafragma opening simpelweg weinig licht kan. En hoe noemen we de tijd die de camera gebruikt om het licht te verzamelen? De sluitertijd.

Tot de volgende keer

 

Jullie fotocameraatje ; Jan Spoel

WWW.janspoel.nl

mail@janspoel.nl

PS, Om misverstanden te voorkomen, dit is hoe ik er over denk, het staat iedereen vrij een andere mening te hebben of het oneens te zijn. Ik hoef geen gelijk te hebben maar ik heb het natuurlijk wel.